De rol van het afgebeelde object in de auteursrechtelijke bescherming van audiovisuele werken
In het auteursrecht gaat het om de bescherming van originele werken. Een werk is origineel als de “maker” (is hetzelfde als ”auteur”) een keuze heeft kunnen maken en ook gemaakt heeft. Wanneer dat niet kan of niet gebeurt, is er geen “werk” bij gebreke aan “originaliteit”. Als criterium voor “originaliteit” geeft de hoogste EU rechter (het EUHvJ) aan dat het moet gaan om een “eigen intellectuele schepping” van de “maker”.
Waar komen nu zoal de grenzen van dit criterium in zicht in het bijzonder bij een audiovisueel werk, zoals muziek, foto en film? Doet het er bijvoorbeeld toe dat de “maker” geen inhoudelijke invloed heeft op (het verloop van) datgene wat hij of zij vastlegt? Doet het er toe of er al dan niet een auteursrecht rust op datgene wat hij of zij vastlegt? Daarover gaat deze blog.
Een modefotograaf die beelden maakt van een catwalk heeft geen invloed op het uiterlijk van het model, op de verschijningsvorm(en), op de getoonde modeontwerpen of op de expressie(s). Toch leidt het geen enkele twijfel dat zo’n modefotograaf auteursrecht heeft op alles wat hij of zij “schiet”. De fotograaf maakt immers voortdurend keuzes bij het in beeld brengen van het “object” De ene modefotograaf is de andere niet.
Hetzelfde geldt voor het vastleggen van “techniek” of van een “technisch proces” door een videograaf. Het in beeld brengen van “techniek” is bepaald een creatieve bezigheid. Elke videograaf zal een technisch (werk of ander) proces anders in beeld brengen, op zijn of haar eigen manier, en dus is er dan een “eigen intellectuele schepping” (en dus een “werk” en dus auteursrecht).
Zo ook het vastleggen van sportevenementen. Een toevoeging als “live” lijkt me daarbij overigens nauwelijks een toevoeging. Iedereen die de cameraopstelling, de cameravoering dan wel de regie van zo’n evenement wel eens van dichtbij gezien heeft zal de voortdurende en alerte keuze-activiteiten onderschrijven. Geen enkel stukje vastlegging/registratie geschiedt “mechanisch”. Keuzes alom.
De inbreng of tussenkomst van een redactie of regie wijst op het maken van keuzes dan wel een proces van selectie. Het ene woordenboek is het andere niet. De ene modereportage is de andere niet. Carnavalsoptochten en de Elfstedentocht kunnen op tal van verschillende manieren worden vastgelegd. De regie bij het vastleggen van sportevenementen (marathon, hockey, voetbal e.a.) bepaalt wat wordt vastgelegd en maakt zodoende dus “het werk”. Er is hierbij nooit sprake van een louter “mechanische vastlegging”, die maar op één manier mogelijk is. Integendeel.
Wanneer is er dan bijvoorbeeld wél sprake van zo’n “mechanische vastlegging? Is een audiovisuele, fotografische of filmische productie ooit mogelijk zonder dat daarbij keuzes worden gemaakt? Dat is best lastig.
Een fotograaf maakt een foto van een schilderij van een onbekende meester uit 1480, met een exacte weergave van dat schilderij. Een fotograaf of videograaf legt het profiel van een band vast. Er is sprake van ene “mechanische vastlegging” wanneer de vastlegger (die dan dus geen “maker” is)er niet toe doet. Het antwoord op de vraag: is het denkbaar dat twee personen, onafhankelijk van elkaar, tot exact dezelfde vastlegging komen? luidt dan bevestigend. Met andere woorden, er is dan geen “originaliteit”, geen “eigen intellectuele schepping”, geen “werk” en dus geen auteursrecht. Er zijn op het gebied van audiovisuele producties wel voorbeelden te bedenken, maar veel zijn het er niet. De essentie van audiovisuele producties is dat “er iets in beeld wordt gebracht”, vanuit gemaakte keuzes.
Dat de “maker” geen inhoudelijke invloed heeft op (het verloop van) datgene wat wordt vastgelegd is auteursrechtelijk niet relevant. Het gaat nu juist om de keuzes bij zijn of haar vastlegging. De modellen lopen op de catwalk, de carnavalsoptocht trekt voorbij, de marathonlopers lopen naar de finish, het sportevenement speelt zich af.
Het doet er auteursrechtelijk evenmin toe of op het vast te leggen object al dan niet iemand al een auteursrecht heeft. Dat kan zo zijn bij een muziekwerk, een kunstwerk of welk ander werk dan ook (mode is auteursrechtelijk beschermd; een carnavalsoptocht mogelijk ook). De vastlegger krijgt dan een eigen, tweede, auteursrecht. Hij of zij heeft voor exploitatie dan wel toestemming van de eerste auteursrechthebbende voor nodig. Als er geen auteursrecht op het vast te leggen object rust (het schilderij uit 1480, een sportevenement) dat heeft dus alleen de vastlegger in een audiovisueel werk een auteursrecht op zijn of haar vastlegging.
Neem voor meer informatie gerust contact op met Rudi Holzhauer rudi@thelegalgroup.nl