Nederland stond in 2006 op zijn kop, toen media-icoon John de Mol aankondigde dat Nederland als eerste land ter wereld kennis zou gaan maken met een nieuw concept in de reality wereld, beter bekend als De Gouden Kooi. In dit reality programma werd een groep kandidaten langdurig opgesloten in een luxe villa. Televisiebeelden van de bewoners waren 24 uur per dag via media voor het publiek toegankelijk.
Het einde van De Gouden Kooi betekende niet dat het programma in de vergetelheid is geraakt. Integendeel. De afgelopen jaren zijn diverse juridische procedures door deelneemster Natasia en Terror Jaap gevoerd. De uitkomst van deze procedures is zeer interessant voor de maker van toekomstige reality programma’s.
In beide kwesties werd namelijk – kort gezegd – geoordeeld dat de deelnemers aan De Gouden Kooi gelet op alle feiten en omstandigheden aangemerkt moeten worden als werknemers in loondienst van producent Talpa.
Dit betekende voor Natasia dat zij recht had op een WW-uitkering, nadat zij uit de villa was weggestemd. Voor Terror Jaap betekende dit dat terecht loonbelasting was ingehouden op zijn prijs. Zijn verweer dat de prijs was verkregen uit een kansspel en niet zou hebben verkregen uit zijn dienstbetrekking met Talpa werd door de Hoge Raad van de hand gewezen. In het navolgende zullen de 2 procedures nader uiteen gezet worden.
Natasia
Natasia heeft op 15 september 2006 een overeenkomst gesloten met producent Talpa om deel te nemen aan De Gouden Kooi. In deze overeenkomst is ondermeer opgenomen dat Natasia een bedrag van € 2.250,– per maand zou ontvangen als schadeloosstelling.
Nadat Natasia op 26 juli 2007 door haar medebewoners is weggestemd en De Gouden Kooi heeft moeten verlaten, heeft zij bij het UWV een WW-uitkering aangevraagd. Deze WW-uitkering is door het UWV geweigerd.
Natasia heeft tegen dit besluit bezwaar ingesteld stellende dat zij als werknemer in de zin van artikel 3 WW moet worden aangemerkt en dientengevolge recht heeft op een WW-uitkering. Dit bezwaar is ongegrond verklaard. In beroep is Natasia door de Rechtbank Zwolle-Lelystad in het gelijk gesteld en is het besluit van 7 februari 2008 vernietigd.[1] Het UWV heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep[2], die de uitspraak van de Rechtbank Zwolle-Lelystad heeft bekrachtigd. Het UWV heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
In geschil is of er sprake is van een overeenkomst van opdracht of een privaatrechtelijke dienstbetrekking in de zin van artikel 3 WW. Naar vaste rechtspraak moet voor het aannemen van een privaatrechtelijke dienstbetrekking sprake zijn van een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid, een gezagsverhouding en een verplichting tot het betalen van loon.[3]
De Hoge Raad[4] overwoog als volgt:
“Belanghebbende heeft van 23 september 2006 tot en met 26 juli 2007 deelgenomen aan het televisieprogramma “De Gouden Kooi”. Dit programma had als doel “het met televisiecamera’s volgen van de deelnemers, die hun intrek hadden genomen in een villa”. De televisiebeelden van de bewoners van de villa waren 24 uur per dag via media voor het publiek toegankelijk. De langst in de villa verblijvende deelnemer maakte kans op het winnen van prijzen.”
en;
“Voor de vraag of belanghebbende (Natasia) tot Talpa in een zodanige privaatrechtelijke dienstbetrekking stond is maatgevend of tussen beiden sprake was van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek. Bij de beantwoording van de vraag of de rechtsverhouding tussen partijen als zodanig dient te worden aangemerkt, moet worden getoetst of de inhoud van die rechtsverhouding voldoet aan de criteria die gelden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Daarbij moet acht worden geslagen op alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien, en dienen niet alleen de rechten en verplichtingen in aanmerking te worden genomen die partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stonden, maar dient ook acht te worden geslagen op de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan hun overeenkomst en aldus daaraan inhoud hebben gegeven[5].”
Gelet op alle omstandigheden van het geval oordeelde de Hoge Raad dat de overeenkomst tussen Natasia en Talpa aangemerkt moet worden als arbeidsovereenkomst met als gevolg dat Natasia recht heeft op een WW-uitkering.
In deze procedure was van belang dat – ten opzichte van andere reality programma’s die Nederland heeft gekend, zoals Big Brother, De Bus, Secret Story, The Real World en Expeditie Robinson – het in De Gouden Kooi niet alleen ging om de aanwezigheid. Van de deelnemers werd tevens vereist dat zij 24 uur per dag opdrachten uitvoerden, die door Talpa werden verstrekt met in achtneming van de instructies die Talpa daaraan verbond. Dat duidt op een gezagsverhouding. Daarnaast ontvingen de deelnemers gedurende de deelname een maandelijkse schadeloosstelling, welk bedrag moet worden aangemerkt als loon, nu deze maandelijkse vergoeding het karakter draagt van een tegenprestatie voor de verrichte arbeid.
Terror Jaap
Ook in de procedure tussen Terror Jaap en Belastingdienst Utrecht-Gooi is de Hoge Raad tot het oordeel gekomen dat sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, nu sprake is van een gezagsverhouding op grond waarvan Terror Jaap terecht loonbelasting heeft moeten afdragen. De feiten zijn als volgt.
Terror Jaap heeft op 26 februari 2007 een overeenkomst gesloten met producent Talpa met datum inwerkingtreding 22 februari 2007 om deel te nemen aan De Gouden Kooi. In deze overeenkomst is ondermeer opgenomen dat Terror Jaap een bedrag van € 1.000,– per maand zou ontvangen als schadeloosstelling.
Nadat Terror Jaap op 22 mei 2008 de finale heeft gewonnen, heeft producent Talpa een bedrag van € 454.000,– aan loonbelasting ingehouden op de hoofdprijs van € 1.351.000,–. Terror Jaap heeft tegen deze inhouding bezwaar gemaakt en beroep ingesteld, welk bezwaar is afgewezen respectievelijk het beroep ongegrond is verklaard.
Ook het hoger beroep van Terror Jaap bij het hof ’s-Gravenhage is bij arrest van 22 juni 2011 ongegrond verklaard, onder andere oordelend dat de arbeidsverhouding tussen Talpa en Terror Jaap moet worden aangemerkt als een dienstbetrekking en het winnen van de hoofdprijs, in die context, als loon.[6]
Het hof heeft voorts overwogen dat: :
“De programmamaker, teneinde het programma conform het door hem ontwikkelde format en spelregels te formaliseren, instructies kon geven en maatregelen nemen. De deelnemers hadden dit op voorhand aanvaard. Een en ander constitueert een gezagsverhouding.”
Terror Jaap gaat vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad en stelt zich op het standpunt dat hij de hoofdprijs niet heeft gekregen uit zijn dienstbetrekking bij Talpa, maar uit een kansspel, waarbij de televisiekijkers de winnaar hebben gekozen. Ook de Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en volgt daarbij het oordeel van het hof ’s-Gravenhage
De Hoge Raad[7] overwoog verder:
“In ’s Hofs uitspraak ligt het oordeel besloten dat belanghebbende het recht op de prijs uit hoofde van zijn deelname aan het programma ontleende aan de overeenkomst, en niet aan enige andere rechtsverhouding met Talpa. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, en behoefde geen nadere motivering.”
en;
“Nu deze overeenkomst, naar in cassatie niet in geschil is, moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst, volgt (…) dat de prijs een voordeel vormt dat Talpa als werkgever heeft verstrekt op grond van een uit die arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichting. Het Hof heeft daarom terecht geoordeeld dat dit voordeel is aan te merken als een voordel dat is genoten uit dienstbetrekking en daarom is aan te merken als loon in de zin van artikel 10, lid 1, van de Wet op de loonbelasting 1964[8].”
Nu er door de Hoge Raas is overwogen dat de relatie tussen Terror Jaap en Talpa valt te kwalificeren als een privaatrechtelijk dienstbetrekking heeft dit tot gevolg dat de hoofdprijs van in totaal € 1.351.000,– behoort tot het door Terror Jaap verdiende loon. Kortom, de geldprijs die Terror Jaap heeft gewonnen door De Gouden Kooi te winnen, vormt loon uit dienstbetrekking, waarover hij loonbelasting is verschuldigd.
Conclusie
Opvallend aan de besproken uitspraken is dat de deelnemers van De Gouden Kooi kunnen worden aangemerkt als werknemers in dienst van Talpa, terwijl hiervan in de andere bekende reality programma’s geen sprake was.
De doorslag van dit oordeel in vergelijking tot de andere reality programma’s kan gevonden worden door de omstandigheid dat de deelnemers aan De Gouden Kooi, niet alleen aanwezig diende te zijn, maar tevens in opdracht en op instructie van producent Talpa opdrachten dienden uit te voeren en daarnaast gedurende hun aanwezigheid in De Gouden Kooi een maandelijkse vergoeding ontvingen, die aangemerkt dient te worden als loon voor de verrichte prestaties.
Om die reden had Natasia recht op een WW-Uitkering en diende Terror Jaap het nodige af te dragen aan loonbelasting.
Uniek en opmerkelijk zijn beide situaties wel. Of deze situaties zich in de toekomst snel zullen voordoen is niet waarschijnlijk, nu De Gouden Kooi een zogenoemde ‘one of a kind reality show’ was.
[1] Rb. Zwolle-Lelystad 3 oktober 2008, 08/284.
[2] CRvB, 25 maart 2010, LJN: BM1502.
[3] CRvB, 25 maart 2010, LJN: BM1502, overweging 3.1.
[4] HR, 25 maart 2011, LJN: BP3887, JAR 2011/109.
[5] HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN: BA6231, NJ 2007/449.
[6] Gerechtshof ‘s-Gravehage, 23 juni 2011, LJN: BQ9031.
[7] HR 11 mei 2012, LJN: BW5408.
[8] HR 8 februari 2008, nr. 43514, LJN: BB3896, BNB 2008/82.